Een verstoorde functie van de bekkenbodemspieren kan zowel bij vrouwen als bij mannen voorkomen. Aangezien de bekkenbodem van groot belang is bij zowel het plassen, als de ontlasting en het vrijen, kunnen zich op alle drie de gebieden problemen voordoen.

Bekkenbodemklachten komen vaker voor dan men denkt. Naar schatting 800.000 personen ouder dan 5 jaar in Nederland hebben enige vorm van urine-incontinentie. Dit kan verschillende oorzaken hebben, maar vaak speelt het niet goed functioneren van de bekkenbodem een rol.
Er zijn twee vormen van urine-incontinentie. Bij stress-incontinentie is er sprake van urineverlies bij drukverhogende momenten als hoesten, niezen, lachen en springen. Bij urge-incontinentie moet iemand vaak plassen, heeft plotseling urineverlies en kan urine moeilijk ophouden. Ook een combinatie van beide vormen komt vaak voor.
Bij het niet goed functioneren van de bekkenbodem kan er een verzakking van de blaas, de baarmoeder, de vagina of de endeldarm ontstaan. Naast een operatie of het plaatsen van een rind kan het trainen van de bekkenbodemspieren een (deel van de) oplossing zijn.
De bekkenbodem kan te gespannen zijn, wat tot buik- en/of rugklachten kan leiden. Ook hierbij kan urineverlies optreden.
De therapie richt zich op het trainen van de bekkenbodem in coördinatie, kracht en uithoudingsvermogen. Een goede balans tussen aanspannen en ontspannen is daarbij erg belangrijk. Ook het toilet- en drinkgedrag wordt besproken. Voor het goed functioneren van de bekkenbodem is een goede, actieve houding erg belangrijk. Een optimaal houdings- en bewegingspatroon zal worden aangeleerd.